Datum 9 december 2015 Onderwerp Asielbeleid Irak Per 16 oktober 2015 eindigde het besluit- en vertrekmoratorium Irak1, en kunnen de individuele beslistermijnen in Iraakse asielzaken niet meer worden verlengd. Om zorgvuldig(e) beleid en besluitvorming in deze zaken te borgen, heb ik de Minister van Buitenlandse Zaken gevraagd om een ambtsbericht over de actuele veiligheidssituatie in Irak. Op 13 oktober 2015 heeft de Minister dit ambtsbericht uitgebracht. Het ambtsbericht beslaat de periode van medio april 2015 tot en met medio september 2015. Relevante ontwikkelingen tot aan de publicatie van het ambtsbericht zijn zoveel mogelijk meegenomen. Met deze brief informeer ik u over de beleidsconclusies die ik heb getrokken naar aanleiding van dit ambtsbericht. Kort gezegd, houden deze in dat alle asielaanvragen van Iraakse asielzoekers op individuele gronden worden beoordeeld tegen de achtergrond van de veiligheids- en mensenrechtensituatie in dat land, waarbij echter de omstandigheid dat de asielzoeker afkomstig is uit Irak onvoldoende reden is om een asielvergunning te verlenen. Ter toelichting bericht ik u het volgende. Uit het ambtsbericht van 13 oktober 2015 komt naar voren dat er in Irak meerdere strijdende legers, milities en gewapende groeperingen zijn, die meerdere soorten geweld plegen. Dit geweld is zowel gericht als willekeurig. De situatie kan per regio verschillen. Onderstaande wordt een onderscheid gemaakt tussen enerzijds het gebied waar ISIS delen onder controle heeft en waar wordt gevochten tussen ISIS en anti-ISIS strijdgroepen en anderzijds de overige delen van Irak, waaronder de stad Bagdad, Zuid-Irak en de Koerdisch Autonome Regio. Bagdad-stad, de zuidelijke provincies, en de Koerdisch Autonome Regio De eerste beleidsvraag die dient te worden beantwoord is of de mate van willekeurig geweld in Irak dermate hoog is dat daar sprake is van een uitzonderlijke geweldssituatie als bedoeld in artikel 15, aanhef en onder c, van de EU-Kwalificatierichtlijn no. 2011/95. Het persoonlijke asielrelaas, en de vraag of iemand persoonlijk problemen heeft ondervonden, is dan van ondergeschikt belang. Na bestudering van het ambtsbericht ben ik van mening dat van een dergelijke uitzonderlijke geweldssituatie geen sprake is in de stad Bagdad, noch in de negen 1 Het besluitmoratorium en een vertrekmoratorium gold voor Iraakse vreemdelingen afkomstig uit de provincies Bagdad, Anbar, Ninewa, Salaheddin, Ta’mim (Kirkuk), Diyala